De ontwikkeling, de gezondheid en de levensduur van een grasveld is voor een groot deel afhankelijk van de bodem. De samenstelling van de perfecte bodem is weliswaar afhankelijk van het gebruiksdoel van het grasoppervlak en de omgevingsfactoren.
Waar bestaat mijn bodem uit?
Om duidelijk te krijgen hoe je de perfecte bodem kunt krijgen, is het eerst zaak te kijken waar een bodem uit bestaat. Een bodem bestaat uit vaste deeltjes, deze kunnen mineraal of organisch zijn. Minerale deeltjes zijn stoffen die ontstaan door een lang proces van anorganische (chemische) en mechanische verwering. Deze deeltjes worden alsmaar kleiner en variëren dus in grootte. Grove stenen worden fijne stenen en fijne stenen worden weer kleiner totdat er slechts klei-, zand- en leem deeltjes overblijven.
Organische stof bestaat uit stoffen die worden gevormd door restanten van levende (micro)-organismen. Denk hierbij aan afgestorven plantresten zoals bladeren en wortels, maar ook schimmels, insecten, larven en andere overblijfselen van dode vegetatie. Het visuele beeld van de organische stof varieert van herkenbare delen van planten tot donker fijn materiaal wat we ook wel humus noemen. De mate van afbraak is hierin wel bepalend. Deze afbraak door micro-organismen resulteert in het vrijkomen van voedingsstoffen, al is het wel zaak niet teveel organisch materiaal te hebben in de bovenste centimeters van het oppervlak. Daar kan de bodem te veel water vasthouden of de gasuitwisseling tussen bodem en oppervlak belemmeren, wat invloed heeft op de gezondheid van het gazon. De wortelontwikkeling heeft hieronder te lijden en bovendien werkt het ziektes en infecties in de hand
Hoeveel water kan mijn bodem vasthouden?
Water is natuurlijk belangrijk voor de bodem als basis voor een gazon. Maar de ene bodem is de ander niet, zeker niet als het gaat om de opvang van water. Hier is de bodemtextuur van de bodem heel belangrijk, dat zegt namelijk alles over de doorlaatbaarheid van water en lucht. Hoe minder doorlaatbaarheid van water en lucht, hoe meer water de bodem kan vasthouden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan kleigrond. Deze grond houdt water goed vast, maar kan minder goed tegen veel betreding. Een bodem met een relatief groter aandeel zand tegenover klei en leem kan betreding beter verdragen, maar moet daarentegen wel meer bewaterd worden.
Het is vrij eenvoudig om ter plaatse te beoordelen met wat voor grond u te maken heeft. Wanneer je het tussen de vingers wrijft, ontstaat er in het geval van een zanderige grond een korrelige structuur. In het geval van een leembodem voelt het eerder zijdezacht aan. Uiteraard kan dit bij nader onderzoek nog nauwkeuriger worden onderzocht.
Naast de bodemtextuur is de bodemstructuur van belang voor de doorlaatbaarheid van water en lucht. Het komt er in het kort op neer dat dit wat zegt over de wijze waarop gronddeeltjes zijn gerangschikt. Dit heeft gevolgen voor de poriënruimtes tussen de ‘aggregaten’. Wanneer de bodemstructuur goed is, kan deze genoeg lucht en water doorlaten. Aggregaten zijn blokjes die ontstaan wanneer minerale en organische stoffen aan elkaar kleven, maar welke ook grote blokken kunnen vormen wanneer de structuur beschadigd raakt.
Het is mogelijk om zowel de textuur als de structuur van de bodem te verbeteren waar dat nodig wordt geacht. Het strooien van zand over de bodem in combinatie met mechanische beluchting zorgt voor een andere structuur en voor een textuur met meer porositeit. Wel is het van belang om het juiste zand te gebruiken en ook voldoende te strooien, anders loop je het risico dat de bodem juist meerdere deeltjes samenpakt en juist meer water gaat vasthouden in de toplaag.
Meten is weten
Om te voorkomen dat het bodemleven te lijden heeft onder een verkeerde behandeling, is het altijd verstandig van tevoren een bodemmonster te nemen. Op deze manier heeft de behandeling zoals deze bedoeld is maximaal effect, zonder dat dit ten koste gaat van het bodemleven of het gazon zelf.